Samen leven doe je samen!

Inclusieve buurten

De ‘skyboxificatie’ van de samenleving

‘Begin als je een verhaal vertelt altijd concreet’, is wat filosoof Daan Roovers haar studenten leert. Maar op de conferentie Bijdragen aan goed samenleven, start zij haar verhaal anders. We gaan terug naar de tijd van de Griekse filosoof Aristoteles: ‘Een stad bestaat uit verschillende soorten mensen, uit gelijksoortige mensen komt geen stad voort’. Wat betekent het eigenlijk om te leven tussen nabije vreemden? Mensen die dichtbij zijn, die dichtbij komen, maar die toch niet verwant zijn en die heel anders zijn dan jij. Wat vereist dat van ons?

Roovers staat stil bij het leven in een stad en hoe je de kunst van het gepast afstand houden, kunt beoefenen. Je leeft in een drukke samenleving en kan niet in iedereen geïnteresseerd zijn. Toch moet je diegene die het niet goed maakt, onderscheiden en daar moet je aandacht aan besteden. Roovers doet drie begrippen uit de doeken van hedendaagse filosofen die iets zeggen over onze manier van samenleven en hoe we daar aan kunnen bijdragen.

De eerste komt van de Amerikaanse filosoof Michael Sandel. Vroeger, op de tribune van het voetbalstadion, zat jong en oud, rijk en arm, alles en iedereen door elkaar. Anno nu heb je een differentiatie gekregen van allerlei soorten plaatsen, prijzen, toiletten, kantines en ingangen. Sandel noemt dat de ‘skyboxificatie’ van de samenleving. Dit patroon zie je terug in de samenleving. Verschillende soorten wijken, straten, scholen, clubs. Er ontstaan parallelle circuits waardoor verschillende lagen in de samenleving elkaar niet noodzakelijk meer tegen hoeven te komen.

Socioloog Richard Sennett denkt na over de inrichting van de publieke ruimten. Als je een ruimte op een bepaalde manier inricht, dan volgt daar een bepaalde manier van leven uit. Als je nadenkt over hoe je samen wilt leven in een stad, dan moet je vooral nadenken over wat voor soort leven je daar wilt. Denk door over de consequenties van de manier van leven bij elke vorm van architectuur.

De Britse filosoof Jonathan Wolff heeft het over twee soorten voetbal. De eerste soort is het middle class voetbal. Je bent op een club ingedeeld met mensen van een gelijkwaardig niveau. De tweede soort is het working class voetbal. Je speelt op een veldje met alle niveaus, er is geen scheidsrechter en er zijn geen regels.

Dit verschil in discipline, autoriteit, kleding, op tijd komen, verantwoordelijkheid, is dat nou bepalend voor het hoger eindigen in de sociale hiërarchie? Als het gaat om de kunst van het samenleven met anderen, denkt Roovers dat het working class voetbal veel belangrijker is. Daar kun je leren wat het is om vrij te zijn, zelf verantwoordelijkheid voor de regels te nemen en om te gaan met verschillende soorten mensen.

Roovers: ‘denk vooral over het belang van trapveldjes midden in een diverse wijk. Dit is de ideale plek om de kunst van het samenleven te leren kennen’. Roovers eindigt met een quote van Kamu: ‘Alles wat ik geleerd heb over het samenleven, heb ik toch op de eerste plaats geleerd op het voetbalveld’.

Filosoof en voormalig Denker des Vaderlands Daan Roovers was gastspreker op de conferentie Bijdragen aan goed samenleven, 21 juni jl. in Amersfoort.