Samen leven doe je samen!

Inclusieve buurten

In de wijk Smitsveen is beslist een probleem, maar niet iedereen legt zich daarbij neer

Hoe is het om te leven in een achterstandswijk? Waar flats vol sociale huurhuizen worden bewoond door arme of kwetsbare mensen. De wijk Smitsveen in Soest is zo’n wijk. Er zijn beslist problemen, maar lang niet iedereen legt zich daarbij neer.

Wijkbeheerder Hugo van der Wal (61) veegt zijn lange grijze lokken nog eens achteruit. “Je gaat het toch niet opschrijven hè, dat van Mo?”

Deze week bracht Trouw verhalen vanuit Smitsveen, een achterstandswijk in Soest met zo’n 4800 inwoners. Een wijk met problematiek die men ook ziet in pak ’m beet Utrecht Overvecht of Rotterdam-Zuid. Maar dan compacter, dicht ingeklemd tussen de villa’s en vrijstaande huizen in het groene Soest. Klassieke galerijflats typeren de wijk. Op de begane grond van een van de flats in de Smitsweg, die met de hoge nummers, zit een klein kantoortje voor wijkbeheerders van woningcorporatie Portaal. Dat kantoortje was van Mo.

Mo deed hetzelfde werk als Hugo van der Wal en zijn collega Ruud Gouweleeuw nu doen. Alles in en rondom de flats van de woningcorporatie fiksen zij. Buitenlampje kapot? Zo gedaan. Slot geforceerd, de wijkbeheerders komen langs. Het is dankbaar werk, na een tijdje weten de buurtbewoners je te vinden en te waarderen. “Maar we moeten wel oppassen dat we niet de vuilnisman van de wijk worden”, zegt Van der Wal met een knipoog. Hij laat het oude ketelhuis zien, nu gevuld met winkelwagentjes, een bed, een bakfiets en ander grofvuil dat spontaan op straat verschijnt.

Niet altijd is er waardering. Soms zijn er ook conflicten. Wat er precies met Mo is gebeurd, daar wil Portaal liever niet over uitweiden. Ze bevestigen dat Mo door één bewoner werd bedreigd. Dat ging een stuk verder dan een simpele scheldpartij. De bewoner werd berecht. Van der Wal: “En daarmee is het afgesloten.”

Wat Mo meemaakte, is niet uniek. Werken in wijken met een hoge concentratie sociale huurwoningen is pittig. In 2019 kreeg 46 procent van de corporatiemedewerkers te maken met agressief gedrag. In 2015 was dat nog 32 procent.

Mo kon wel wat hebben, vertellen de mensen van Portaal, ze ontkennen dat hij weg ging vanwege de bedreiging, hij kreeg gewoon ander werk. Van der Wal en Gouweleeuw werken vanuit een kantoortje in een andere flat, sindsdien staat de ruimte van Mo leeg. Behalve afgelopen week, toen het na een korte poetsbeurt dienst deed als redactiekantoortje van Trouw. Midden in Smitsveen, want uit nieuw onderzoek in opdracht van woningcorporatiekoepel Aedes bleek maandag dat achterstandswijken hard achteruit gaan.

Bron: Trouw

Wijkbeheerders Ruud Gouweleeuw (links) en Hugo van der Wal. Beeld Bram Petraeus

De feiten en cijfers over Smitsveen liegen niet. Onderzoekers van adviesbureaus In-Fact-Research en Circusvis legden voor Portaal al hun gebieden onder het vergrootglas. In Smitsveen is de leefbaarheid bijzonder kwetsbaar, concluderen de deskundigen. De nieuwste Leefbarometer – het woord zegt het al: de graadmeter van een wijk – geeft Smitsveen een onvoldoende. Waarom? Onder meer vanwege de substantiële toename van het aantal mensen in de wijk met een bijstandsuitkering, vluchtelingen of mensen met een zekere psychische kwetsbaarheid.

Dat heeft gevolgen voor de veiligheid, of het veiligheidsgevoel. Om dat te meten gebruikten de onderzoekers uitkomsten van de Veiligheidsmonitor, die wordt gemaakt in opdracht van het ministerie van justitie en veiligheid, met onder meer cijfers van de politie. Soest doet het slechter dan het landelijke gemiddelde, dat overwegend positief is door afnemende overlast en criminaliteit. Tussen 2014 en 2018 verslechterde de situatie in wijken als Smitsveen. Op een kaartje kleurt de wijk dieprood: ‘zeer veel problematiek’. De luxe villawijken en buurten met vrijstaande huizen kleuren netjes groen.

Beeld Sander Soewargana

Wat is die problematiek? Een extreem voorbeeld: in augustus 2017 werd de ‘Bende van Smitsveen’ opgepakt. Een groep jonge jongens en één vrouw uit een van de flats in de wijk werden verdacht van een reeks diefstallen in Soest. De bendeleden kregen tot negen maanden jeugddetentie opgelegd, tegen leider Faisal B. werd in hoger beroep opnieuw veertien maanden jeugddetentie en jeugd-tbs geëist.

De problemen zijn lang niet altijd zo vergaand. Soms is het frituurvet dat van balkons wordt gesmeten of de nog smeulende sigaret die als je op de stoep loopt uit de lucht valt. Frituurvet en sigaretten kunnen bewoners nog wegvegen, een gevoel van onveiligheid niet.

Spuug langs de ramen
Dorine Lommen (59) werkt al decennia in woonwijken. Nu is ze manager volkshuisvesting in Amersfoort en Soest voor woningcorporatie Portaal. “Als je verwarde buurman met veel tamtam door de politie wordt thuisgebracht, geeft dat ook een gevoel van onveiligheid”, zegt ze. Die verwarde personen wonen steeds vaker in sociale huurhuizen, zegt Lommen. “Als je alle instellingen in de bossen (ggz, ouderenzorg, red.) sluit, moet je niet verwachten dat al die problemen vanzelf in de maatschappij opgelost worden.”

Smitsveen. Beeld Bram Petraeus

Lommen: “Wij zijn niet alleen de verhuurder van een huis, maar ook van een buurt. De huizen kunnen wij alleen doen. Maar hoe de mensen zich voelen, daar moet iedereen aan bijdragen.”

Van der Wal werkt net een jaar bij Portaal, maar weet al donders goed hoe de hazen lopen. “Het is heel moeilijk om mensen in de wijk in beweging te krijgen. Als je al moeite hebt met het leven, om het zo maar te zeggen, zie dan nog maar het nut, de energie en de tijd te vinden om anderen te helpen.”

De consequentie, volgens de wijkbeheerder: “Mensen die weg kunnen, die gaan. Hierdoor groeit de groep overblijvers, kwetsbare mensen die juist hulp nodig hebben van anderen.”

Dat heeft de gemeente Soest ook door. “Smitsveen een probleemwijk noemen is te eendimensionaal”, zegt Liesa van Aalst (33, VVD), sinds 2018 wethouder sociale zaken in Soest. Het plan Smitsveen valt in haar portefeuille. In 2017 trok het vorige college eenmalig anderhalf miljoen euro uit en aanvullend 200.000 euro per jaar. Een greep uit de bestemming voor het geld: verplaatsen van de overlastgevende voetbalkooi, meer groen, opzetten van een grote nieuwe speeltuin, een nieuwe ontmoetingsruimte, en opvoedondersteuning.

Van Aalst erkent dat er nog veel misgaat in de wijk. “Natuurlijk zijn er problemen”, zegt ze. “Smitsveen is een wijk met veel sociale huurwoningen. Ik ben blij dat er ook voor mensen met lagere inkomens een plek is in Soest.” De problemen zijn niet opgelost met een bak geld en een kant-en-klaarplan, zegt de wethouder. “Het is niet zo dat je op een knopje drukt en alles anders is. Het plan Smitsveen is er een van de lange adem, waarbij de bewoners het uiteindelijk ook zelf moeten doen.”

Beeld Sander Soewargana

Wijkbeheerder Van der Wal sluit zich bij de wethouder aan. Hij ziet met eigen ogen dat er ook veel goed gaat in de wijk. “Dit is geen probleemwijk, maar een wijk met problemen”, zegt Van der Wal. Het is misschien wel de vaakst uitgesproken zin in Smitsveen.

Van der Wal vertelt dat hij uit de verslavingszorg komt. “Toen ik zei dat ik in Smitsveen ging werken, deden mensen alsof ik in een oorlogsgebied terecht zou komen. Nou het valt hier buiten echt wel mee. En er zijn genoeg buurtbewoners die echt hun best doen.”

Een van hen is Sonja Wolf, die de stichting Hart voor Soest bedacht. In de wijk – waar ze ook woont – staat ze bekend om haar voedsel-, kleding- en cadeaubank onder in een van de flats. Via haar stichting organiseert ze nog veel meer activiteiten, zoals buurtborrels en -barbecues (met en zonder halal), een inloophuis en feestjes. Sinterklaas (met zwarte en roetveegpieten) betrad de wijk niet per stoomboot, maar met Wolfs felrode Hart voor Soest-Tuktuk, die ook dienstdoet als buurttaxi voor ouderen.

Wolf vertelt dat er veel alleenstaande vrouwen in de wijk wonen, veelal met kinderen thuis en een heel kleine portemonnee. Die mensen helpt ze. Wolf geeft een voorbeeld: “Een gezin leefde op de kale vloer, zo op het beton. Voor hen zocht ik een stapeltje laminaat.” Verwarming stuk? Tot die gerepareerd is, heeft Wolf nog wel een straalkachel te leen.

Er zijn ook bewoners die zich thuis voelen in Smitsveen

Ze houdt van de wijk, dat spat er bij Wolf vanaf. Maar ze ziet ook dat culturen lastig mengen, of zelfs botsen. “Er wonen hier ook Joodse gezinnen, daar druipt het spuug soms langs de ramen.”

Bij Portaal is deze klacht bekend, bevestigt sociaal beheerder Kees-Jan Schutte. “Eerst hangt er een Israëlische vlag, daarna een Palestijnse vlag, en dat ligt gevoelig”, zegt Schutte. “Vergelijkbare incidenten gebeurden soms tussen soennieten of sjiiten, of bijvoorbeeld tussen Turken en Syriërs toen het Turkse leger Syrië binnen trok. Niet iedereen meldt een incident, dan voelen mensen zich kwetsbaar.”

Ongemerkt een beetje opvoeden
In de jarenzestigflats in Smitsveen heeft niet één herkomstgroep de overhand. Er wonen Nederlanders, sommige al vijftig jaar, mensen met een Turkse, Marokkaanse, Antilliaanse en Surinaamse achtergrond maar ook migranten uit Syrië, Iran, Somalië, Irak en Afghanistan. Allemaal met hun eigen gewoonten en tradities, deur open of dicht, luidruchtig of ingetogen.

Werkt dat samen? “Dat is lastig”, zegt Jan Buijze, drie jaar directeur van welzijnsorganisatie Balans. Zijn kantoor zit in ‘de Plantage’, een opvallend geel gebouw tussen de flats. Volgens Buijze loopt de vergelijking tussen Smitsveen en een wijk als Kanaleneiland in Utrecht mank. “Deze wijk is niet alleen veel kleiner maar ook meer multiculti. In Kanaleneiland zijn gemeenschappen georganiseerd en van elkaar gescheiden, hier is alles gemengd.”

Dat wil niet zeggen dat er geen uitdagingen zijn. Buijze ziet ook dat het moeilijker wordt als groepen die in hun thuisland tegenover elkaar staan hier samen moeten leven, simpelweg omdat de samenleving ze als één groep ziet: als Somaliërs, of migranten.

Beeld Bram Petraeus

Het voetbalveldje middenin de wijk geeft een sfeerbeeld: rond de middag wordt er gevoetbald op het veldje naast de sporthal. Alle jongetjes zijn wit. Buiten het hekwerk van het veld schoppen nog drie jongetjes tegen een bal. Zij hebben duidelijk een migratieachtergrond. Het is misschien een momentopname, misschien veelzeggend.

Terug naar Van der Wal en zijn collega Gouweleeuw. Ze lopen hun ronde via de trappenhuizen en bergingsgangen, buiten regent het pijpestelen. Een penetrante urinelucht prikkelt de zintuigen. Gouweleeuw, met een grijns: “Waar het nat is, moet je niet lopen.” In de muur zijn verboden-om-te-wildplassen-bordjes gespijkerd. Tegen beter weten in?

Hangjongeren zijn een probleem, zegt vrijwel iedereen in de wijk. Van der Wal: “Ik heb ze weleens betrapt hoor, bij de bergingen. Daar staan ze soms te blowen en te drinken. Dan vraag ik: ‘Kunnen jullie het een beetje rustig aan doen?’ Ik heb liever een oogje in het zeil dan dat ze uit het zicht gaan.”

Ongemerkt een beetje opvoeden is de tactiek van Van der Wal. Dat deed hij ook al in de verslavingszorg. Op woensdagmiddag afvalprikken met de schoolkinderen, als ruil krijgen ze een kleine beloning. Op die manier hopen Van der Wal en Gouweleeuw de overlast in Smitsveen te beperken. Maar een sluitende oplossing is het niet. “We werken tot vijf uur, wat er daarna gebeurt, dat zien wij niet.”