Samen leven doe je samen!

Inclu­sie­ve buurten

Over­last is hier in Smits­veen genoeg, al was het vroe­ger veel heftiger

Veel bewo­ners van Smits­veen zijn het erover eens: als er over­last is, komt dat meest­al door jon­ge­ren op straat. En de jon­ge­ren zelf? ‘Je hoeft je deur niet per se op slot te doen.’

Waar­om hij in Zut­phen werkt? “Lang ver­haal”, zegt Moda­s­ir (17) uit de Soest­se wijk Smits­veen grijn­zend. Hij steekt zijn han­den in de hoge zak­ken van zijn jas en staart naar zijn zwar­te snea­kers. “Ik zit daar even in een jeugd­in­stel­ling, omdat ik in mijn jon­ge jaren wel­eens met de poli­tie te maken heb gehad.”

Tus­sen de gale­rij­flats in Smits­veen zijn veel bewo­ners het erover eens. Als er over­last is, dan komt dat meest­al door jon­ge­ren op straat en dan met name door jon­gens. Beruch­te plek­ken zijn de voet­bal­kooi, het veld­je naast de sport­hal en de par­keer­plaats bij de Lidl en de Albert Heijn.

In 2017 kreeg een vijf­tien­ja­rig meis­je dat in het don­ker door de wijk fiets­te een blik­je naar haar hoofd gegooid, door een groep jon­gens voor de super­markt. Toen ze daar­op rea­geer­de werd ze van haar fiets getrok­ken en mis­han­deld. De poli­tie nam de zaak hoog op, net als men­sen in de buurt. Zo ver­telt Wim van Bar­ne­veld (57) – hij woont al negen­tien jaar in Smits­veen – dat zijn vrouw en doch­ter sinds­dien niet graag in het don­ker door de wijk fiet­sen. Het was een ach­ter­buur­meis­je van hen.

Het is een van de tal­rij­ke voor­beel­den van inci­den­ten in Smits­veen. Eie­ren belan­den er soms tegen rui­ten van auto’s en hui­zen. In het week­end klinkt er wel­eens her­rie op straat, zoals van scoo­ters en slip­pen­de auto’s.

Heel de dag in bed
Ook Moda­s­ir – die in 2012 met zijn vader en broers van­uit Soma­lië naar Neder­land kwam – ging om met jon­gens die niet altijd ‘gezel­lig’ waren. “Ze jaag­den de Neder­land­se jon­gens weg van het voet­bal­veld­je”, zegt hij. “Ze von­den dat die daar niet moch­ten voet­bal­len en ik hield mijn mond, want ik ken­de de taal nog niet zo goed.” Die­zelf­de jon­gens gin­gen bij­na niet naar school, lagen over­dag in bed en hin­gen ’s avonds op straat rond. “Ik leef­de ook zo, ja toch”, zegt hij.

Die jon­gens van toen, daar gaat hij nu niet meer mee om. “Ze vra­gen me nog wel, maar dan zeg ik nee. Con­tact met die groep is niet goed voor mijn toe­komst.” Hij volgt nu een oplei­ding op mbo-niveau‑2 tot bevei­li­ger. Trots: “Die wil ik afma­ken. Tus­sen­door werk ik als afwas­ser bij een res­tau­rant in Zutphen.”

Voor jon­ge­lui als Moda­s­ir wordt in Smits­veen ein­de­loos veel geor­ga­ni­seerd. Ze komen samen in het jon­ge­ren­cen­trum aan de Nij­ver­heids­weg. Ze krij­gen huis­werk­be­ge­lei­ding, kun­nen sta­ge-uren maken of lek­ker han­gen in de huis­ka­mer. Daar is het om vier uur ’s mid­dags druk. Er wor­den pizza’s afge­bak­ken, er spe­len jon­gens in trai­nings­broe­ken een voet­bal­ga­me op een Play­Sta­ti­on en op de ach­ter­grond klinkt Neder­land­se rapmuziek.

Snap­s­let
Alles onder toe­ziend oog van jon­ge­ren­wer­ker Johan Kah­say Ghdey (29) van wel­zijns­or­ga­ni­sa­tie Balans. “Dat deze jon­gens echt voor over­last zor­gen, geloof ik niet”, zegt hij. “Ze zoe­ken gewoon een plek om elkaar te ont­moe­ten en soms is dat op straat. Maar dat is iden­tiek aan jong zijn, dat deed ik zelf ook.”

Twee deu­ren ver­der neemt de zeven­tien­ja­ri­ge Smits­veen­se rap­per Güven zijn eer­ste num­mer op in de muziek­stu­dio van het cen­trum. Güven: “Het is wel hard, hoor, ik kan wel grof zijn”. Een beat pompt uit de spea­kers. “Je bent een snap­s­let, je bent een snap­s­let, want alles gaat op Snapchat.”

Güven: “Het is een lied tegen soci­a­le media. Dat zorgt voor ellen­de. Meis­jes wor­den gepest omdat tie­ten onli­ne staan. Jon­gens zien rap­pers met mes­sen en mache­tes op You­Tu­be, dat gaan ze nadoen.”

Angst­ge­voel
Güven woont zijn hele leven al in Soest en ergert zich aan het woord ‘pro­bleem­wijk’. “Dat nega­tie­ve beeld helpt jon­ge­ren niet voor­uit. En wat is over­last? Dat een jon­gen bui­ten zijn video­clip opneemt met muziek, auto’s en scoo­ters kun je zien als over­last. Je kunt het ook zien als een jon­gen met talent, een voor­beeld voor de wijk. Het ligt ook aan de mindset.”

Vol­gens jon­ge­ren­wer­ker Kah­say Ghdey, zelf Rot­ter­dam­mer, zijn de woor­den van jon­gens soms groot, maar hij gelooft niet dat er spra­ke is van opzet­te­lij­ke over­last of van cri­mi­na­li­teit. “Som­mi­ge woor­den horen bij de hip­hop en de straat­cul­tuur. Dat buurt­be­wo­ners de jon­gens op straat niet ken­nen, kan ook voor een angst­ge­voel zor­gen. Dus moet je met ze in gesprek gaan.”

Moda­s­ir sluit zich daar­bij aan. “Vroe­ger was het hier hef­ti­ger. Het is te heet gewor­den voor de ech­te cri­mi­ne­len”, zegt hij, waar­mee Moda­s­ir bedoelt dat de poli­tie de wijk in de smie­zen heeft. “Er wordt geen drugs gedeald en er zijn geen wapens. Je hoeft je deur niet per se op slot te doen.” Stil­te. “Maar dat blijft wel slim.”

Bron: Trouw