Samen leven doe je samen!

Opga­ven van woningcorporaties

‘60.000 wonin­gen per jaar: nood­zaak of illusie?’

Het woning­te­kort in Neder­land is groot, voor­al in het betaal­ba­re seg­ment. Maar wei­nig men­sen zul­len betwis­ten dat er jaar­lijks zo’n zes­tig­dui­zend betaal­ba­re woon­ruim­ten bij moe­ten komen.

Maar is dat haal­baar en wat is daar voor nodig? We spra­ken er over met Peter van Os, geas­so­ci­eerd part­ner van onder­zoek- en advies­bu­reau voor wonen RIGO, waar­van hij tot janu­a­ri voor­zit­ter was. Ook is Van Os lid van de advies­raad van cor­po­ra­tieNL.

Peter van Os: ‘Om de enor­me opga­ve die voor ons ligt te halen, is bou­wen natuur­lijk nodig. Het is ech­ter zeer de vraag of dat alle­maal regu­lie­re nieuw­bouw­wo­nin­gen moe­ten zijn. Ook ver­bouw van bij­voor­beeld kan­toor­pan­den is moge­lijk of het bou­wen van ‘flex’ wonin­gen is een goe­de optie. Of het split­sen van bestaan­de wonin­gen of – zeker zo belang­rijk – het moge­lijk maken van samen wonen (dat is iets anders dan samen­le­ven) zon­der het recht op toe­sla­gen te ver­lie­zen. Maar de nieuw­bouw­op­ga­ve is hoe dan ook groot.’

De vraag of en hoe het lukt om zoveel betaal­ba­re wonin­gen te bou­wen levert nog veel meer hoofd­bre­kens op. Wat is zoal voor al die nieuw­bouw nodig?
‘In ieder geval: grond, geld, grond­stof­fen en mate­ri­a­len, mens­kracht, ken­nis en com­pe­ten­ties, bestuur­lij­ke wil en door­zet­tings­macht. Laar laat ik me beper­ken tot de eer­ste en de laat­ste factor.’

‘De grond die cor­po­ra­ties kun­nen aan­ko­pen moet een woon­be­stem­ming heb­ben, maar dat is zel­den het geval. En boven­dien zul­len markt­par­tij­en er dan als de kip­pen bij zijn. Dat is te voor­ko­men door de grond in het bestem­mings­plan aan te wij­zen voor soci­a­le huur­wo­nin­gen. Markt­par­tij­en heb­ben daar meest­al geen behoef­te aan; cor­po­ra­ties wel.’

‘Daar is dus poli­tie­ke wil voor nodig. Gemeen­ten kun­nen met zo’n bestem­ming de grond ook zelf kopen en daar­bij het voor­keurs­recht toe­pas­sen. Dat vraagt om een actief grond­be­leid van de gemeen­te en daar zit hem vaak de crux; veel gemeen­ten laten de ver­wer­ving en ont­wik­ke­ling over aan de marktpartijen.’

Com­mer­ci­ë­le markt­par­tij­en zit­ten niet te wach­ten op de eis om gemid­deld der­tig pro­cent van de nieuw­bouw te reser­ve­ren voor soci­a­le huur­wo­nin­gen en nog eens vijf­en­der­tig pro­cent voor de mid­den­huur. Voor de soci­a­le huur klop­pen ze door­gaans aan bij de cor­po­ra­ties, waar­na een las­ti­ge, soms vruch­te­lo­ze onder­han­de­ling over kwa­li­teit en prijs volgt.

Cor­po­ra­ties kun­nen ook mid­den­huur­wo­nin­gen bou­wen en kun­nen met een wat lager ren­de­ment genoe­gen nemen. Aan de ande­re kant: veel cor­po­ra­ties wil­len in dit seg­ment niet actief zijn, van­we­ge de risico’s en de belas­ting van de orga­ni­sa­tie gege­ven alle ande­re opgaven.

Voor Van Os is het hel­der: ‘Kort­om: alleen met een actief gemeen­te­lijk grond­be­leid zijn gewens­te aan­tal betaal­ba­re wonin­gen te realiseren.’

En dan de bestuur­lij­ke wil en door­zet­tings­macht. Van Os: ‘Lokaal een actief grond­be­leid voe­ren vergt dus de bestuur­lij­ke wil om werk te maken van vol­doen­de soci­a­le huur­wo­nin­gen in een gemeen­te. Die wil ont­breekt nog­al eens. Met name in de rand­ge­meen­ten van gro­te ste­den. En dan voor­al in de gemeen­ten waar als van­ouds de gegoe­de bur­ge­rij is neer­ge­stre­ken. ‘Not in my bac­ky­ard’ op gemeen­te­lijk niveau. Ter­wijl ste­den als Rot­ter­dam, Amster­dam en Den Haag juist koer­sen op min­der soci­a­le huur­wo­nin­gen; er zijn er al zoveel. Per sal­do kromp in die regio’s het afge­lo­pen decen­ni­um de soci­a­le voorraad.’

De hoop is dat de ‘Regie­wet’ (Wet ver­ster­king regie volks­huis­ves­ting) van minis­ter De Jon­ge de bestuur­lij­ke door­zet­tings­macht zal ver­gro­ten. ‘De volks­huis­ves­ting krijgt in die wet een plek in de Omge­vings­wet. Hier­in wordt op pro­vin­ci­aal en lokaal niveau een ver­plicht volks­huis­ves­ting­pro­gram­ma voor­ge­schre­ven. Zo wor­den gemeen­ten bij­na tot een actief grond­be­leid gedwon­gen. Ook pro­vin­cies kun­nen zo regels opstel­len over de inhoud van volkshuisvestingsprogramma’s, bij­voor­beeld over de regi­o­na­le afstem­ming in de woning­bouw, zodat je meer regie kunt voe­ren op de soci­a­le samen­stel­ling van wijken.’

‘Dat zal er hope­lijk toe lei­den dat er in navol­ging van enke­le goe­de voor­beel­den (zoals Haag­lan­den, regio Rot­ter­dam) regi­o­na­le woning­markt­af­spra­ken wor­den vast­ge­steld, met een goe­de ver­de­ling tus­sen soci­aal, betaal­baar en duur. Het regi­o­ni­veau is van groot belang omdat de oplos­sing van volks­huis­ves­ting bij­na over­al in de regio ligt. Gemeen­ten zijn daar­bij van elkaar afhan­ke­lijk om tot de juis­te sprei­ding van betaal­ba­re en duur­de­re wonin­gen te komen.’

We heb­ben vele jaren ach­ter de rug waar­in de soci­a­le huur en de volks­huis­ves­ting in het alge­meen in het ver­dom­hoek­je zaten. Er mag dan kri­tiek op De Jon­ge zijn, maar hij rea­li­seert mijns inziens wel een keer­punt in het woon­be­leid en ver­dient daar­bij alle steun. Dui­de­lijk is ook dat de pro­vin­cies in deze nieu­we situ­a­tie een cru­ci­a­le rol spe­len. Als zij de uit­gangs­pun­ten van de minis­ter niet vol­doen­de door­ver­ta­len en de loka­le spe­lers in de regio geen instruc­ties mee­ge­ven, zal de regie­wet zijn wer­king gro­ten­deels gaan missen.

Door redac­tie Portaal