Samen leven doe je samen!

Opga­ven van woningcorporaties

Staat van de cor­po­ra­tie­sec­tor te kort door de bocht?

De Auto­ri­teit woning­cor­po­ra­ties (Aw) publi­ceer­de onlangs het rap­port de ‘Staat van de cor­po­ra­tie­sec­tor’. Daar­in con­clu­deert de toe­zicht­hou­der dat woning­cor­po­ra­ties maar 62 pro­cent van hun jaar­lijk­se bouw­plan­nen rea­li­se­ren. De cor­po­ra­ties geven aan dat dit komt door de toe­ne­men­de belas­tin­gen (zoals de ver­huur­der­hef­fing), maar vol­gens direc­teur Kees van Nieuw­a­me­ron­gen van de Aw is daar niets van waar: “De afge­lo­pen jaren, van­af 2014, heb­ben cor­po­ra­ties jaar­lijks zo’n 1 tot 2 mil­jard aan schul­den afge­lost. Dat is geld dat oneer­bie­dig gezegd op de plank ligt. Geld waar hui­zen voor gebouwd had­den kun­nen wor­den, waar inves­te­rin­gen in duur­zaam­heid voor had­den plaats­vin­den. Dat is voor ons om onver­klaar­ba­re rede­nen niet gebeurd. Ik vind dat in tij­den van woning­pro­ble­ma­tiek teleur­stel­lend” zegt hij in een inter­view met dag­blad Trouw. Dirk Jan van der Zeep en San­der Heins­man van Por­taal vin­den dat veel te kort door de bocht.

Wei­nig beschik­ba­re locaties
Por­taal rea­li­seer­de afge­lo­pen jaar maar liefst 95% van zijn bouw­plan­nen. San­der Heins­man: “We onder­schrij­ven het belang van het zo snel en zo veel moge­lijk toe­voe­gen van nieuw­bouw­wo­nin­gen. Het is onver­teer­baar dat men­sen soms meer dan 10 jaar moe­ten zoe­ken naar een geschik­te woning. Maar het klopt niet dat woning­cor­po­ra­ties alleen schul­dig zijn aan het niet vol­doen­de bij­bou­wen. Bij­bou­wen is een samen­spel van gemeen­ten, com­mer­ci­ë­le par­tij­en, woning­cor­po­ra­ties en omwo­nen­den. Als er niet vol­doen­de loca­ties zijn, valt er wei­nig bij te bou­wen. Als er wel vol­doen­de loca­ties zijn, wil­len we daar graag extra geld voor lenen. Een nieu­we woning bete­kent een plek voor een woning­zoe­ken­den, maar ook inkom­sten voor de cor­po­ra­tie. We vin­den het niet ver­ant­woord extra te lenen voor zaken waar geen extra opbreng­sten tegen­over staan. De exploi­ta­tie van ons bezit moe­ten we van­uit de huur kun­nen beta­len. Zon­der ver­huur­ders­hef­fing is dit goed mogelijk.”

Leef­baar­heid wijken 
De toe­zicht­hou­der en Por­taal vin­den elkaar wel waar het gaat om leef­baar­heid in wij­ken. Er wonen cir­ca 1,5 mil­joen men­sen in buur­ten met ten­min­ste twee-der­de cor­po­ra­tie­wo­nin­gen. De leef­baar­heid is daar gemid­deld lager dan in ande­re buur­ten. De moge­lijk­he­den van cor­po­ra­ties om daar iets aan te doen zijn beperkt, maar er lig­gen zeker kan­sen om bij te dra­gen aan ver­be­te­rin­gen, vindt de Aw. Samen­wer­king met ande­re part­ners is daar­bij nood­za­ke­lijk. Dirk Jan van der Zeep is het daar mee eens: “Ieder­een heeft recht op fat­soen­lij­ke woon­ruim­te. Dat is een grond­recht. De afge­lo­pen jaren zien we een gro­te instroom van nieu­we huur­ders uit de maat­schap­pe­lij­ke opvang. Kwets­ba­re men­sen met een zorg­vraag. Die geven niet alle­maal over­last, maar we zien wel dat de druk op de leef­baar­heid in de wijk erdoor toe­neemt. Samen met gemeen­ten, zorg­ver­le­ners en maat­schap­pe­lij­ke onder­steu­ners wer­ken we er hard aan om de leef­baar­heid te ver­gro­ten. Dat kan allen door samen te wer­ken en als ieder­een een bij­dra­ge levert.”

Bron: Over Wonen Gespro­ken 2020