Samen leven doe je samen!

Opga­ven van woningcorporaties

‘Wat als het lukt?’

Wat als het ons als cor­po­ra­tie­sec­tor lukt om de komen­de 7 jaar 250.000 soci­a­le huur­wo­nin­gen bij te bou­wen? Dat we ook wonin­gen bou­wen waar oude­ren beter pas­send kun­nen wonen en zorg kun­nen krij­gen als zij dat later nodig heb­ben? Wat als het lukt om genoeg beschik­ba­re bouw­lo­ca­ties en per­so­neel te vin­den om al die wonin­gen uit de grond te stam­pen? En dat de gemeen­ten het voor elkaar krij­gen om pro­ce­du­res te versnellen?

Wat als het lukt om alle wonin­gen met een E‑, F‑, of G‑label tot en met 2028 ver­sneld te ver­duur­za­men? Dat we het halen om in 2030 675.000 wonin­gen ver­gaand te iso­le­ren en om 450.000 bestaan­de cor­po­ra­tie­wo­nin­gen aard­gas­vrij te maken?

Wat als dit alle­maal lukt?
Heb­ben we dan, naast het zor­gen voor een duur­zaam dak voor ieder­een, er ook voor gezorgd dat deze in leef­ba­re buur­ten en wij­ken staan?

Cij­fers zeg­gen veel, ver­ha­len zeg­gen alles. Onlangs stond ik samen met een van onze inspec­teurs in een muta­tie­wo­ning waar een ver­war­de bewo­ner de hele boel kort en klein gesla­gen had. In een ande­re woning was een bewo­ner zwaar ver­vuild en een­zaam over­le­den. Mijn col­le­ga kijkt er niet meer van op. Dit zijn geen exces­sen meer, het is aan de orde van de dag. Deze men­sen had­den een woning, maar red­den het niet alleen. Er was nie­mand die naar hen omkeek. Hun buren heb­ben hun eigen pro­ble­men. Ze maken zich zor­gen over geld, de vei­lig­heid van hun kin­de­ren, hun gezond­heid. De ellen­de van een buur­man kun­nen zij er niet bij hebben.

Natuur­lijk pak­ken we in vol­le vaart de woon­cri­sis aan. Met het bou­wen en ver­duur­za­men van soci­a­le huur­wo­nin­gen. Maar laten we ervoor waken dat de cor­po­ra­tie­sec­tor niet als een gro­te segre­ga­tie­ma­chi­ne door­den­dert. Ons huur­be­leid is ten­slot­te nog altijd gericht op een vrij klei­ne doel­groep; men­sen met de laag­ste inko­mens, men­sen uit de maat­schap­pe­lij­ke opvang, urgenten.

Zo lang cor­po­ra­ties niet anders mogen toe­wij­zen ont­staan er steeds meer con­cen­tra­ties van armoe­de in spe­ci­fie­ke wij­ken in de gro­te­re Neder­land­se ste­den. Met alle gevol­gen van dien. De tus­sen­con­clu­sie van het Nati­o­naal Pro­gram­ma Rot­ter­dam Zuid: “De oplos­sing van Rot­ter­dam Zuid ligt bui­ten Rot­ter­dam Zuid. Deze con­clu­sie gaat op voor alle 20 wij­ken uit het rap­port leef­baar­heid en vei­lig­heid van Minis­ter de Jon­ge. Zijn oproep om een ein­de te maken aan de ‘Not In My Bac­ky­ard’ (NIM­BY) cul­tuur is dan ook hoop­vol. We moe­ten niet alleen moe­ten kij­ken naar hoe en waar we zo snel moge­lijk kun­nen bij­bou­wen, maar ook voor wie. Wat heb­ben bewo­ners en hun wijk nodig en wat kan de wijk aan? In veel wij­ken waar in het ver­le­den heel snel heel veel wonin­gen zijn gebouwd, erva­ren bewo­ners nu veel pro­ble­men rond­om leef­baar­heid en veiligheid.

Alle ambi­ties ten spijt, als je teveel focust op de cij­fers en niet op de ver­ha­len zal beleid falen en wor­den goe­de maat­schap­pe­lij­ke ini­ti­a­tie­ven in de kiem gesmoord. Wat als het lukt, maar we ver­ge­ten voor wie we het doen? Geluk­kig bie­den uit­da­gin­gen vaak kan­sen. Juist de enor­me urgen­tie en opga­ve geeft ons de kans om ervoor te zor­gen dat we die scher­pe segre­ga­tie tegen­gaan. Als we meer kij­ken van­uit het col­lec­tie­ve belang en het per­spec­tief van de wijk en wat daar nodig is kun­nen we ervoor zor­gen dat buur­ten met pro­ble­men inclu­sie­ve buur­ten wor­den, waar bewo­ners naar elkaar omkijken.

San­der Heinsman

Voor­zit­ter Raad van Bestuur

Por­taal