Samen leven doe je samen!

Inclu­sie­ve buurten

Actie­ve bewo­ners zijn cru­ci­aal voor de inclu­sie­ve buurt

Por­taal is één van de woning­cor­po­ra­ties die voor­op loopt in het rea­li­se­ren van inclu­sie­ve buur­ten. Maar hoe maak­baar zijn buur­ten eigen­lijk en welk pro­bleem lost het op? We vroe­gen het aan San­der Heins­man, lid Raad van Bestuur van Por­taal. “Kom maar naar de Pala­dij­nen­weg in Amers­foort en ik laat het je zien.” Aldus geschied­de. Een gesprek over veer­kracht van wij­ken, acti­ve­ren van bewo­ners en samen­wer­ken als kerncompetentie.

Op de stoep voor een woon­com­plex aan de Pala­dij­nen­weg doet San­der zijn ver­haal. “Dit was een paar jaar gele­den een buurt uit balans. Deels door de instroom van bewo­ners met pro­ble­men, deels door bewo­ners die er al woon­den en in pro­ble­men raak­ten. De vlam sloeg in de pan. Er was over­last en een deel van de men­sen voel­de zich niet meer vei­lig. Samen met de gemeen­te heb­ben we een plan gemaakt. Eerst moesten men­sen zich weer vei­lig voe­len. Door extra sur­veil­lan­ce van de poli­tie en de inzet van een bevei­li­gings­be­drijf. De klei­ne groep over­last­ver­oor­za­kers kon niet blij­ven. Zij zijn al dan niet gedwon­gen te ver­hui­zen. Hier­door kwam de rust weer terug in het gebouw.”

Nor­maal doen
Hij ver­volgt: “Toen kon­den we gaan bou­wen. Wat een gro­te wens bleek te zijn, was dat bewo­ners op een nor­ma­le manier als buren met elkaar om wil­den gaan. Hoe kan je elkaar hel­pen? Hoe zorg je er samen voor dat je pret­tig kunt wonen? Met wat hulp van exter­nen is het pro­ject Spring­le­ven­de Wijk Pala­dij­nen­weg gestart. Gedu­ren­de ander­half jaar woon­den vier stu­den­ten in het gebouw die zich inzet­ten voor bewo­ners door ze met elkaar in con­tact te bren­gen, acti­vi­tei­ten te orga­ni­se­ren, een luis­te­rend oor te bie­den en te hel­pen daar waar dat nodig is. En met resul­taat. Bewo­ners geven aan dat er weer een posi­tie­ve sfeer is, buren spre­ken elkaar weer en er zijn de afge­lo­pen peri­o­de leu­ke acti­vi­tei­ten geweest. Zelfs coro­na kon dit niet verhinderen.”

Suc­ces­for­mu­le

De aan­pak ‘Spring­le­ven­de wijk’ zoals deze aan de Pala­dij­nen­weg is toe­ge­past, lijkt een suc­ces­for­mu­le om pro­bleem­wij­ken weer te trans­for­me­ren naar een inclu­sie­ve buurt. “Onze visie is dat je op aller­lei scha­len en met ver­schil­len­de instru­men­ten kunt ingrij­pen op de buurt, straat, wijk en stad, afhan­ke­lijk van wat er speelt. De Spring­le­ven­de Wijk is een aan­pak die op wat klei­ne­re schaal – een com­plex in dit geval – suc­ces­vol is geweest. Het pro­ject is afge­lo­pen, maar we wil­len de resul­ta­ten vast­hou­den,” beaamt San­der. Op de vraag hoe, ant­woordt hij: “Por­taal, de gemeen­te, de wijk­agent en ande­re par­tij­en blij­ven zich inzet­ten door het beheer op orde te hou­den, regel­ma­tig in het gebouw aan­we­zig te zijn en te luis­te­ren naar bewo­ners. We blij­ven ook inta­ke­ge­sprek­ken voe­ren met nieu­we bewo­ners om te kij­ken of ze hier goed pas­sen. Net als in elk gebouw waar bewo­ners dicht op elkaar wonen, is ook aan de Pala­dij­nen­weg niet te voor­ko­men dat men soms last van elkaar heeft. Zeker in coro­na­tijd nemen span­nin­gen toe. Belang­rijk is dat men in staat is om dit met elkaar te bespre­ken en samen tot een oplos­sing te komen.”

Veer­kracht
Op de vraag of iede­re buurt geschikt is om ‘inclu­sief’ te wor­den, zegt San­der: “Als de leef­baar­heid in wij­ken onder druk staat, is er actie nodig. Het hangt ook af van de veer­kracht in het betref­fen­de gebied. In som­mi­ge wij­ken is de rek eruit, bij­voor­beeld door gro­te instroom van urgen­ten. In Amers­foort heeft de helft van de nieu­we huur­ders een urgen­tie­ver­kla­ring. Wij weten daar­mee niet altijd wie er in onze hui­zen komt wonen. Feit is dat niet al onze huur­ders even draag­krach­tig zijn. Het zijn men­sen met uit­een­lo­pen­de ach­ter­gron­den die zich nog niet met elkaar en hun buurt ver­bon­den voe­len. Een buurt heeft maar een beperkt absorp­tie­ver­mo­gen als het gaat om men­sen die extra bege­lei­ding nodig heb­ben of het moei­lijk heb­ben het hoofd boven water te hou­den. Waar de balans dreigt om te slaan, grij­pen we in.”

“Dat doen we op ver­schil­len­de manie­ren,” ver­volgt San­der. “We bou­wen mee aan de soci­a­le infra­struc­tuur en nemen het ini­ti­a­tief tot samen­wer­king met loka­le part­ners en bewo­ners in onze wij­ken. We sti­mu­le­ren en onder­steu­nen bewo­ners om de regie te pak­ken, om naar elkaar om te kij­ken of bij te dra­gen aan de leef­baar­heid in hun woon­ge­bouw, straat of buurt. We heb­ben soci­a­le woon­con­cep­ten die aan­slui­ten bij de woon­be­hoef­ten van hui­di­ge en toe­kom­sti­ge bewo­ners. Onze woon­ge­bou­wen dra­gen bij aan inclu­sie­ve buur­ten en faci­li­te­ren moge­lijk­he­den voor ont­moe­ting. Daar hou­den we bij de ont­wik­ke­ling van nieuw vast­goed reke­ning mee, als dat in een buurt of wijk wen­se­lijk is.”

Ver­ant­woor­de­lijk­heid nemen
Vol­gens San­der is het zelf ver­ant­woor­de­lijk­heid nemen door bewo­ners uit­ein­de­lijk de belang­rijk­ste suc­ces­fac­tor om tot een inclu­sie­ve buurt te komen. “Als bewo­ners over­last erva­ren, bena­de­ren ze direct de cor­po­ra­tie om het voor ze te laten oplos­sen. Eerst zelf pro­be­ren heb­ben we als maat­schap­pij een beet­je afge­leerd. Samen met ande­re orga­ni­sa­ties die in de wijk wer­ken, wil­len we bewo­ners onder­steu­nen om zelf weer ver­ant­woor­de­lijk­heid te nemen voor hun woon­om­ge­ving. Hier­voor is het belang­rijk dat je weet wie er wonen in de buurt. Op iemand die je kent stap je nu een­maal eer­der af.”

Stu­ren op instroom
Een ande­re ‘knop’ waar­aan kan wor­den gedraaid, is stu­ren op de instroom in buur­ten die al te kwets­baar zijn en waar al veel men­sen wonen die moei­te heb­ben met goed samen­le­ven. “De huis­ves­tings­ver­or­de­ning is ech­ter niet toe­ge­rust op gericht toe­wij­zen door de cor­po­ra­tie, maar gemeen­ten staan steeds vaker open voor maat­werk.” Naast wet­ge­ving speelt schaars­te ook een gro­te rol, zegt San­der: “Als je twaalf jaar op een woning wacht, accep­teer je ook een woning in een ‘pro­bleem­wijk’. ‘Eerst maar eens een dak boven mijn hoofd, daar­na zien we wel weer ver­der’ is dan het motto.”

Eti­ket­je
“Ove­ri­gens, het zijn lang niet altijd men­sen met een ‘eti­ket­je’ die de leef­baar­heid onder druk kun­nen zet­ten,” ver­volgt hij. “Het gebeurt ook met men­sen die al jaren ergens pro­bleem­loos wonen en die te maken krij­gen met tegen­slag en door omstan­dig­he­den door het ijs zak­ken. De geschei­den man die ver­valt in alco­ho­lis­me of de amb­te­naar die haar baan ver­liest en ver­wordt tot ‘hoar­der’. Eigen­lijk was zoiets hier op de Pala­dij­nen­weg ook aan de hand, ogen­schijn­lijk uit het niets slaat dan de vlam in de pan.”

Lovens­waar­dig en schrijnend 
Het feit dat Por­taal en collega’s samen met zorg­in­stel­lin­gen het ini­ti­a­tief nemen om tot inclu­sie­ve buur­ten te komen is lovens­waar­dig, maar tege­lijk schrij­nend. Op de vraag of het voelt als het oplos­sen van pro­ble­men die de poli­tiek heeft ver­oor­zaakt, zegt San­der: “Het zit in de intrin­sie­ke moti­va­tie van cor­po­ra­ties om bij te dra­gen aan leef­ba­re buur­ten. Dat zul­len we nooit uit onze han­den laten val­len, ook al heb­ben vrij­wel alle cor­po­ra­ties de afge­lo­pen jaren flink moe­ten bezui­ni­gen. Dat heeft er onder meer toe geleid dat cor­po­ra­ties zich heb­ben terug­ge­trok­ken uit de wij­ken. Prach­tig, een Woning­wet­norm van 131,37  euro voor uit­ga­ven aan leef­baar­heid, maar de pro­ble­ma­tiek ver­an­dert er niet mee. In veel buur­ten is het nu een hard gelag. Als Por­taal heb­ben wij nooit bezui­nigd op onze aan­we­zig­heid in de wij­ken. Dat geldt even­min voor nieuw­bouw. Lie­ver het geld op en wonin­gen erbij, dan nu niet bou­wen omdat we anders over acht jaar mis­schien geen geld meer heb­ben. Leef­baar­heid, veer­kracht terug­bren­gen in wij­ken, ver­duur­za­ming en nieuw­bouw: je kunt het ech­ter niet alleen bij de sec­tor neerleggen.”

Buurt is van de mensen
“Dat laat­ste geldt ook voor het weer veer­krach­tig maken van onze buur­ten,” vindt San­der. “Uit­ein­de­lijk is de buurt van de men­sen die er wonen. Pro­fes­si­o­nals kun­nen hel­pen, voor­waar­den schep­pen, obsta­kels weg­ha­len of een tij­de­lij­ke impuls geven. Maar uit­ein­de­lijk zijn het de bewo­ners die het ver­schil maken op de lan­ge ter­mijn. Daar­in vin­den we het belang­rijk dat ze zelf regie wil­len nemen. Maar dat moet ook kun­nen. Dat bete­kent dat gemeen­te, poli­tie, cor­po­ra­tie, zorg- en wel­zijns­in­stel­lin­gen moe­ten samen­wer­ken. Als Por­taal nemen we daar een meer actie­ve rol in en zoe­ken voor­al out of the box naar wat wèl kan. Wat wij wil­len is het paard weer voor de wagen span­nen. Dus niet wach­ten tot er pro­ble­men ont­staan, maar aan de voor­kant de voor­waar­den voor goed en pret­tig samen­le­ven zo goed moge­lijk te maken.”

Samen­wer­ken als kerncompetentie
Op de vraag of inclu­sie­ve buur­ten ook om een ande­re bedrijfs­voe­ring of pro­ces­sen van de cor­po­ra­tie vra­gen, zegt San­der: “Het mees­te is een manier van wer­ken en samen­wer­ken, dus je hebt mede­wer­kers met de juis­te com­pe­ten­ties nodig. Als het nodig is om over de gren­zen van orga­ni­sa­ties heen te stap­pen, kan dat wel gevol­gen heb­ben. Hier zijn de pro­ces­sen meest­al niet op inge­richt. Samen­wer­ken is daar­mee een kerncompetentie.”

Bron: Cor­po­ra­tie­Gids Magazine